Als de vooruitzichten voor uw onderneming goed zijn en 2023 bijvoorbeeld het laatste jaar is dat u als startende ondernemer wordt aangemerkt, dan is de B.V. wellicht fiscaal een stuk voordeliger.
Intentieverklaring
U hoeft in beginsel niet te wachten tot 31 december of 1 januari om uw onderneming in een B.V. om te zetten. Dat kan ook halverwege het jaar, bijvoorbeeld per 1 juli, mits u op tijd een intentieverklaring tot oprichting van de B.V. heeft laten registreren.
Voldoende uren?
Let er wel op dat u over de eerste helft van het jaar voldoende uren (meer dan 1.225) heeft om de zelfstandigenaftrek te kunnen toepassen.
Ruisende inbreng
Als u uw eenmanszaak inbrengt in een B.V. moet u met de fiscus afrekenen over de meerwaarde in uw onderneming (de stakingswinst).
Tip.
Door de stakingswinst te optimaliseren, krijgt de B.V. doorgaans meer afschrijvingspotentieel waardoor in de B.V. belasting kan worden bespaard. Door een aantal stakingsfaciliteiten handig toe te passen, kunt u voorkomen dat u in privé nu reeds belasting moet betalen. Lees maar eens verder.
Stakingsaftrek
Zo kunt u onder voorwaarden de stakingsaftrek (voorheen: stakingsvrijstelling) toepassen. Deze is beperkt tot EUR 3.630,-.
Stakingslijfrente
U kunt de belastingheffing over de stakingswinst voorkomen door een lijfrente bij de B.V. te bedingen.
Als er in uw onderneming te weinig goodwill en stille reserves aanwezig zijn om optimaal gebruik te kunnen maken van de stakingslijfrenteaftrek, kunt u een beroep doen op een arrest van de Hoge Raad van begin 1999 (nr. 34.300). De Hoge Raad heeft hierin namelijk goedgekeurd dat bij de overdracht van een onderneming aan een B.V., een vergoeding kan worden bedongen voor belastingschade die verband houdt met de omstandigheid dat voortaan geen gebruik meer kan worden gemaakt van de zelfstandigenaftrek.
Bent u bijvoorbeeld nu 48 jaar en zet u uw onderneming om, dan kunt u in beginsel de zelfstandigenaftrek over 17 jaar contant maken en daarover de belastingschade berekenen. Dat bedrag kunt u vervolgens in een lijfrente stoppen en de B.V. kan erover afschrijven. Uit de praktijk blijkt dat de fiscus akkoord is gegaan met deze benadering om de stakingswinst te verhogen!
Omzetting in B.V. aantrekkelijk?
Bedenk wel dat het winstniveau boven de EUR 100.000,- moet liggen voordat het fiscaal aantrekkelijk wordt om een eenmanszaak om te zetten in een B.V.
Let op de MKB-winstvrijstelling !
Het bepalen van het gebruikelijk loon voor aanmerkelijk belanghouders is niet altijd even eenvoudig. Vooral het begrip ‘soortgelijke dienstbetrekking’ leidt in de praktijk tot veel getouwtrek tussen de Belastingdienst en directeuren-grootaandeelhouders (dga’s). Het kabinet heeft daarom besloten om de regeling te herzien, zodat die meer duidelijkheid biedt.
De belangrijkste wijziging ten opzichte van de huidige vormgeving van de gebruikelijkloonregeling is de introductie van het begrip ‘meest vergelijkbare dienstbetrekking’ ter vervanging van het begrip ‘soortgelijke dienstbetrekking’. Dit laatste begrip leidt in de praktijk namelijk regelmatig tot discussie tussen de Belastingdienst en dga’s.
De discussie spitst zich dan toe op de door de inspecteur aangegeven ‘soortgelijke dienstbetrekking’. Volgens veel dga’s is de functie-inhoud namelijk niet te vergelijken. Ook kunnen werkzaamheden in een andere regio plaatsvinden, of opereert de bv van de dga in een andere sector of heeft een andere grootte.
Een soortgelijke dienstbetrekking kan ontbreken, maar een meest vergelijkbare dienstbetrekking bestaat altijd. In het geval van een orthodontist zou het loon dan bijvoorbeeld gesteld kunnen worden op het loon van een tandarts in loondienst, zonder dat de orthodontist hiertegen kan ageren.
Op grond van de nieuwe gebruikelijkloonregeling geldt als hoofdregel daarom dat het in aanmerking te nemen loon ten minste wordt gesteld op het hoogste van de volgende bedragen:
het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking (t/m 2022 75% daarvan);
het hoogste loon van de overige werknemers van de bv;
EUR 56.000 (2024).
Jaar | Winst | Vennootschapsbelasting | Dividendbelasting | Uitkering | AB-heffing |
2015 | van EUR 1 - 200.000 vanaf EUR 200.001 | 20 % 25 % | 15 % | 15 % | 25 % |
2016 | van EUR 1 - 200.000 vanaf EUR 200.001 | 20 % 25 % | 15 % | 15 % | 25 % |
2017 | van EUR 1 - 200.000 vanaf EUR 200.001 | 20 % 25 % | 15 % | 15 % | 25 % |
2018 | van EUR 1 - 200.000 vanaf EUR 200.001 | 20 % 25 % | 15 % | 15 % | 25 % |
2019 | van EUR 1 - 200.000 vanaf EUR 200.001 | 19 % 25 % | 15 % | 15 % | 25 % |
2020 | van EUR 1 - 200.000 vanaf EUR 200.001 | 16,5 % 25 % | 15 % | 15 % | 26,25% |
2021 | van EUR 1 - 245.000 vanaf EUR 245.001 | 15 % 25 % | 15 % | 15 % | 26,9 % |
2022 | van EUR 1 - 395.000 vanaf EUR 395.001 | 15 % 25,8 % | 15 % | 15 % | 26,9 % |
2023 | van EUR 1 - 200.000 vanaf EUR 200.001 | 19 % 25,8 % | 15 % | 15 % | 26,9 % |
2024 | van EUR 1 - 200.000 vanaf EUR 200.001 | 19 % 25,8 % | 15 % | van EUR 1 - 67.000 vanaf EUR 67.001 | 24,5 % 33 % |
2025 ovb | van EUR 1 - 200.000 vanaf EUR 200.001 | 19 % 25,8 % | 15 % | van EUR 1 - 67.804 vanaf EUR 67.805 | 24,5 % 31 % |